Hoewel sommige van de destijds opgerichte ooievaarsbuitenstations zijn gesloten, functioneert De Lokkerij nog volop.

 

In het jaar 2000 verklaarde Vogelbescherming Nederland het herintroductieproject van de ooievaar voor geslaagd en is met de afbouw begonnen.

Op de Lokkerij begon die afbouw, gelet op de toenmalige samenstelling van de ooievaarspopulatie in het Reestdal, reeds in 1989.

Zoals elders op deze site wordt uiteengezet, werd in samenwerking met Vogelbescherming Nederland in 2009 STORK opgericht als landelijk ondersteunende stichting. De ooievaar leek definitief terug in het Nederlandse landschap. Of dat werkelijk zo is, zal pas over vele jaren blijken.

Pas dan kan worden bepaald of er sprake is van een stabiele populatie met ongeveer gelijk blijvende aantallen dieren. Weliswaar kunnen ooievaars zeer oud worden, maar van grote invloed is de overlevingskans tijdens de trek en de overwinteringsperiode. Daarnaast is de aanwezigheid van een gezond leefgebied tijdens de broedperiode van levensbelang.

Voor Vogelbescherming is het herstel van de leefomgeving van de weidevogels, waaronder de ooievaar, dan ook een prioriteit. Dit alles in overweging nemende zal pas na verloop van tijd gezegd kunnen worden of er sprake is van een echt succes.

 

DSC01247

 

1. foto Frens Jansen 18 nov 2015

Opvangcentrum

Sommige van de destijds opgerichte ooievaarsbuitenstations zijn inmiddels gesloten, aangezien men van mening was dat ze niet meer nodig waren. De Lokkerij is blijven bestaan en functioneert nog steeds volop. Een van de redenen daarvoor is de belangrijke taak die dit station heeft als ooievaarsasiel. Zieke en gewonde ooievaars worden hier verzorgd tot ze weer kunnen worden vrijgelaten en terug kunnen in de natuur. Bovendien leven er op de Lokkerij nog een aantal gehandicapte ooievaars die niet kunnen vliegen. Deze zullen hier tot het einde van hun leven verzorgd worden.
Bij de zorg voor zieke ooievaars worden wij met raad en daad en ook met medische hulp bijgestaan door vogeldierenarts Drs. Jan Hooimeijer te Meppel. Vogeldierenarts Jan Hooimeijer is vanaf 1983 als vrijwilliger betrokken bij De Lokkerij. In diens Adviespraktijk voor Vogels zijn wij welkom met ooievaars die medische hulp behoeven of die – als hulp niet meer kan baten – uit hun lijden verlost moeten worden. Via secties wordt vervolgens onderzoek gedaan naar de doodsoorzaken.
Voor meer informatie over de Adviespraktijk voor Vogels zie: http://www.adviespraktijkvoorvogels.nl

 

 

Voorlichting

De Lokkerij ziet het ook als haar taak om het publiek voor te lichten over de ooievaar en over de weidevogels in het algemeen. Alles over kenmerken, gedrag, leefwijze, voedingspatroon is te vinden in het kleine, maar goed voorziene infocentrum dat op de Lokkerij aanwezig is. Tijdens de openingstijden op zaterdag, maar ook tijdens de speciale groepsbezoeken daar tussendoor zijn ter zake deskundige voorlichters aanwezig die op de meeste, zo niet alle vragen het juiste antwoord weten.
Veel schoolkinderen uit de omgeving, maar ook van ver, hebben al eens een bezoekje afgelegd in schoolverband of samen met hun ouders. Zij weten inmiddels al heel wat bijzonderheden over de ooievaar te vertellen. Veel mensen stellen het op prijs om van dichtbij ooievaars te kunnen zien en mee te maken hoe ze vliegen en landen, hoe ze hun jongen verzorgen en het geklepper te horen waaraan ze hun teruggekeerde partner herkennen. Door goede voorlichting wordt begrip gekweekt voor de belangrijke rol die de Lokkerij in het Reestdal nog steeds speelt. Dat de ooievaar er weer is, is niet in de laatste plaats te danken aan de inspanningen van de vele vrijwilligers die dit ooievaarsbuitenstation draaiende houden.

 

PB200002

 

PB200009

 

 

Ringen juni 2012 099

 

Ringen juni 2012 077

 

Monitor

Verder acht het bestuur van de Lokkerij het van belang dat de ooievaarspopulatie in het Reestdal nauwgezet wordt gevolgd om op de hoogte te kunnen blijven van de actuele stand van de groep en van de mutaties die zich daarin voordoen. In samenwerking met STORK vinden wintertellingen plaats en worden ooievaars geringd. Tijdens het ringen wordt tevens gekeken naar de gezondheidstoestand van de jonge ooievaars. Als monitor van de ooievaars in het dal van de Reest vervult de Lokkerij nog steeds een belangrijke functie, een functie die zij graag wil blijven vervullen.
Van groot belang voor de overlevingskansen van de ooievaars is uiteraard hun algehele gezondheidstoestand. Vogeldierenarts Jan Hooimeijer is de afgelopen jaren een onderzoek gestart om de gezondheid van jonge ooievaars en “de gezondheid” van de ooievaarspopulatie in kaart te brengen. In het kader van dit onderzoek begeleidt hij jaarlijks leerlingen van de Christelijke Scholengemeenschap Dingstede te Meppel. Leerlingen die de ooievaar als onderwerp voor hun profielwerkstuk kiezen worden door hem ondersteund, geïnformeerd en begeleid bij eventueel veldwerk. Meer informatie over dit project is te vinden op de website van de adviespraktijk voor vogels in Meppel.

Bijvoeren . . . . . Een dilemma

Waar verzorgd wordt, wordt gevoerd en wordt vers, schoon drinkwater verstrekt. Over dit voeren zijn de meningen verdeeld. Hieronder zetten wij uiteen welk beleid er op dit gebied door de Lokkerij wordt gevoerd.

 

Beginsituatie

Het spreekt vanzelf dat, zeker in het begin van het herintroductieproject, de dieren door de beheerders van de diverse ooievaarsstations werden (bij)gevoerd. Ook in gevangenschap geboren ooievaars kunnen zelf foerageren, maar dan moet het voedselaanbod in de natuur toereikend zijn, wat ’s winters vaak niet het geval is. Dit speelt in toenemende mate een rol, aangezien veel ooievaars, ten gevolge van de milder wordende winters, in ons land overwinteren.

Dat het bijvoeren past in de visie van Vogelbescherming Nederland blijkt uit het feit dat de vereniging het ophangen van vetbollen, pindanetjes en dergelijke voor de vogels in de tuin propageert – niet alleen in de winter maar ook ‘s zomers. Vogelbescherming verkoopt zelfs de spullen die daarvoor nodig zijn.

 

Alleen indien nodig

Nu de meeste ooievaars zich zelf kunnen redden, is het bijvoeren gereduceerd tot een aanvaardbaar minimum. Voor de Lokkerij geldt dat alleen nog wordt gevoerd indien de omstandigheden zoals het weer, de gezondheidstoestand van de vogels, of het seizoen dat vereisen. Daarnaast is de Lokkerij, zoals hierboven reeds werd vermeld, ook nog steeds het opvangadres voor gewonde en zieke ooievaars, die, na de nodige revalidatie, soms weer in de natuur terug kunnen. Dat die exemplaren gevoerd worden spreekt vanzelf.

 

Het beleid wordt 2 keer per jaar binnen het bestuur besproken.