Herintroductie van de ooievaar
Eind jaren zestig van de vorige eeuw was de witte ooievaar in Nederland nagenoeg verdwenen.
Vogelbescherming Nederland heeft toen een project op touw gezet naar Zwitsers voorbeeld om het dier in ons land te herintroduceren.
Met een aantal ooievaars afkomstig uit verschillende landen is in 1969 een fokprogramma gestart in het Liesvelt in Groot-Ammers.
Na jarenlang in gevangenschap te hebben geleefd vertoonden de eerste aldaar geboren ooievaars geen trekgedrag.
Bij latere generaties herstelde zich echter het natuurlijke gedrag.
Buitenstations
Vanaf 1979 zijn 12 buitenstations opgericht in voor ooievaars geschikte gebieden. Daar kregen de dieren de kans om onder toezicht te wennen aan een natuurlijke omgeving, zodat zij weerhun natuurlijke gedrag konden gaan vertonen. Waar nodig werd zorg verleend. Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw nam het aantal broedparen in Nederland sterk toe.
De Lokkerij
De Lokkerij in De Schiphorst bij Meppel is zo’n ooievaarsbuitenstation. Van hieruit konden de in gevangenschap geboren ooievaars in het Reestdal foerageren, nesten bouwen en zich langs natuurlijke weg vermeerderen. Dat is een groot succes gebleken. Wie in de buurt van Meppel woont kan het niet ontgaan zijn dat de ooievaar duidelijk weer terug is. Dat de herintroductie niet vanzelf ging laat zich raden. Jaren heeft het geduurd voordat de ooievaar in Nederland weer in redelijke aantallen in het wild voorkomt, jongen grootbrengt en in het najaar op trek gaat naar Zuid-Europa of Noord-Afrika. Sommige landelijke ooievaarsstations zijn inmiddels gesloten.
De Lokkerij blijft actief, niet in de laatste plaats vanwege het feit dat het station ook een officieel erkend ooievaarsasiel in Nederland is.
Zieke en gewonde ooievaars, soms van heinde en ver, kunnen er terecht om te herstellen of op verhaal te komen, waarna ze indien mogelijk hun vrijheid terug krijgen.
Project afgesloten
Het herintroductieprogramma is mede door de inzet van vrijwilligers een succes gebleken. Uit het aflezen van ringen en wintertellingen blijkt dat ongeveer 60% van de volwassen ooievaars op trek gaat.
Bijna 100% van de jongen vertoont trekgedrag.
Een aantal van hen komt na drie jaar terug als broedvogel. Eind twintigste eeuw ontstond het inzicht dat het beschermingsaccent van het individu naar de populatie moest gaan. Op 18 april 2009 is daarom de tweede fase van het herintroductieprogramma officieel afgesloten.
Stichting STORK
Ter voortzetting van het project van Vogelbescherming is op 1 januari 2009 STORK opgericht: Stichting Ooievaars Research & Knowhow. Deze organisatie maakt zich sterk voor het ooievaarsonderzoek
en wil zich ontwikkelen tot een kennis- en aanspreekpunt van de Nederlandse ooievaarsbescherming.
Meer over STORK.